Franse Taal.org

franse grammatica. Bovendien, vind je andere handige hulpbronnen vinden over het frans, zoals woorden, scholen, franse literatuur en meer

Franse Grammatica

Of je nu net begint met Frans te leren of dat je de details van de Franse grammatica onder de knie wilt krijgen, hier heb je wat hulp.

Werkwoorden

Tijd

De tegenwoordige tijd & Infinitief

In het Frans wordt de tegenwoordige tijd altijd gebruikt:
Je lis de la philosophie.

Als je wilt aantonen dat je op dat moment iets aan het doen bent gebruik dan de zin ´en train de´:
Je ne peux venir. Je suis en train de peindre ma maison.

De tegenwoordige tijd wordt ook gebruikt om de handeling die je in de nabije toekomst gaat doen:
Je pars demain à la guerre.

Infinitief: De infinitieve vorm is helemaal zonder tijd. Het infinitied is de onvervoegde vorm van het werkwoord. Als twee werkwoorden samen gebruikt worden, toont het eerste werkwoord de tijd aan en de tweede is in de infinitieve vorm. Il commence à travaille

De Verleden tijd

De passé composé wordt gebruikt bij handelingen die voltooid zijn: Elle a donné un coup de pied dans le ballon. Le camion a heurté l'arbre. Il a mangé une groseille.

De passé simple wordt in plaats van de passé composé gebruikt bij formele zaken. Le Français fit ce que qu'en toute occasion font les français, il se mit à rire.

Toekomende tijd & Conditioneel

In het Frans kan je aller met een werkwoord gebruiken in plaats van de toekomende tijd. Ils vont appeller nos parents.

Technisch gezien is de conditioneel een stemming, geen tijd. De conditioneel geeft het hypotetische en mogelijke aan. Si vous nettoyez votre chambre, votre colocataire serait plus gentil avec vous.

Om onzekerheid uit te drukken: Il semblerait que des extraterrestres leurs ont rendu visite.

Voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden: Enkelvoud: Je, tu, elle/il/on Meervoud: nous, vous, elles/ ils

Onpersoonlijk onderwerp: Een onzijdig onderwerp wordt hoofdzakelijk gebruikt in uitdrukkingen over het weer en de tijd. In deze uitdrukkingen doet het onderwerp niets, je zou misschien denken dat het beschrijft zoals het is op dat moment. Het werkwoord van het onpersoonlijke onderwep is altijd in de derde persoon.

Tijd: Il is het onpersoonlijke onderwerp van tijdsaanduiding. Quelle heure est-il? Il est 4 heures.

Weer: Il wordt gebruikt bij beschrijvingen van het weer. Il pleut.

Bijwoorden

bijvoeglijk naamwoorden wijzigen naamwoorden. Bijwoord is de term die wordt gebruikt om te verwijzen naar zinnen of woorden die alles wijzigen. Hier is een bijwoord die een bijvoeglijk naamwoord veranderd: Ils sont trop sophistiqués.

en een bijwoord die een zin in zijn geheel veranderd: Heureusement, malgré que je suis pauvre, j'ai de la nourriture, de l'eau, et un abri.

Door het wijzigen van een werkwoord, vertellen bijwoorden ons hoe iets gedaan is. Zulke bijwoorden worden ‘manier bijwoorden´ genoemd: Ils s'embrassent passionnément.

Ontkenningen

Een werkwoord kan negatief gemaakt worden door "ne" na het onderwerp te plaatsen en "pas" na het werkwoord. Je ne veux pas être un numéro.

Ne wordt n' voor een klinker. In samengestelde tijden wordt pas gebruikt als hulpmiddel. La France a perdu une bataille! Mais la France n'a pas perdu la guerre! Appel du général de Gaulle Frankrijk heeft de strijd verloren!

Als je ne pas voor een infinitief zet wordt het negatief. L'enfer est de ne pas aimer.

In de spreektaal, wordt ne vaak weggelaten. Je sais pas.

Onderwerp

In het Frans, worden naamwoorden meestal voorafgegaan door het onderwerp.

Lidwoorden

Het lidwoord, un/une wordt gebruikt als er wordt verwezen naar een enkel geval dat een deel uitmaakt van een groep die uit vele entiteiten bestaat.
un oiseau a bird
un acteur an actor
une actrice an actress
une blatte a cockroach

Lidwoorden in de meervoudsvorm: Het lidwoord in het meervoud, des, wordt gebruikt als er wordt verwezen naar meer dan een ding. Het wordt echter niet gebruikt wanneer er algemene uitspraken worden gemaakt over een groep, uitspraken die verwijzen naar alle delen waaruit die groep bestaat. Dit is de functie van het bepalend lidwoord, zoals we zullen zien. Je vois des blattes partout.

Bepalend Lidwoord

De bepalende lidwoorden zijn le, la, les. Dit omvat tijden wanneer een groep van substantieven in zijn totaliteit naar is verwezen. Bijvoorbeeld wanneer dekkende verklaringen over alle kakkerlakken, alle mensen of alle auto's zijn gemaakt. Les blattes vivent dans les murs et se reproduisent prodigieusement.

En als er in het algemeen wordt verwezen naar een naamwoord (bijvoorbeeld een uitdrukking die niet naar een oorlog in het speciaal verwijst, maar naar een oorlog in het algemeen. La guerre est horrible.

bijvoeglijk naamwoord

Franse bijvoeglijk naamwoorden komen overeen met het naamwoord wat ze omschrijven. Ze geven het geslacht en het nummer weer.

Constructie van het bijvoeglijk naamwoord

Vrouwelijke bijvoeglijk naamwoorden worden normaal gesproken gecreërd door het toevoegen van een e aan het eind van het mannelijke bijvoeglijk naamwoord.
C'est un petit garçon. Het is een kleine jongen.
C'est une petite fille. Het is een klein meisje.

Vrouwelijke bijvoeglijk naamwoorden worden echter niet allemaal op dezelfde manier gecreërd; ze zijn heel verschillend. Sommige vrouwelijke bijvoeglijk naamwoorden hebben een dubbele klinker op het eind, andere zijn precies de mannelijke bijvoeglijk naamwoorden, sommige ondergaan een bizarre metamorfose, waardoor zij maar een klein beetje op hun mannelijke equivalent lijkt.

Bijvoeglijk naamwoorden in het meervoud worden gevormd door een s toetevoegen aan het eind van een mannelijk of vrouwelijk woord. Les lits bleus sont là-bas. (lit is mannelijk)